Het moeilijkste wat er is. Na het macro-organizen en het detail- organizen is het eindelijk zover dat je toe bent aan het micro-organizen.

Alle spullen die je uit de diverse ruimtes in dozen hebt verzameld moeten nu op de vaste plek gelegd worden.
Want wil je voorkomen dat je chaos, zooi of puinhoop krijgt. Dan moet je alles een vaste plek geven.

Waarom? Nou dit scheelt je namelijk heel veel zoeken.
Dit scheelt je heel veel tijd en bespaart heel veel geld.

Bij detail-organizen is het belangrijk dat je weet waar je spullen wilt bewaren.
Het gaat dan vooral om van die kleine dingen: paperclipjes, batterijen, plastic tasjes.

Waar laat je die? In ieder geval op de plek waar je ze gebuikt of nodig hebt.
Voor iedere ruimte bepaal je een hoofddoel: koken, werken, slapen, relaxen enz.

Die ruimte verdeel je weer onder in subdoelen. Voorbeeld de keuken: pannen bij pannen, bestek bij bestek, levensmiddelen bij levensmiddelen.
In een bureaulade bewaar je de paperclips, de perforator, de pennen, een gum.

Bepaal wat voor jou een handige plek is.
Let op: dit kost tijd, heel veel tijd.
Belangrijk is dat je je focust. Heb je een doos of bak met allerlei losse spullen? Stel jezelf tot doel om  deze leeg te maken.
Lukt het niet in 1 keer?
Ga dan 21-en. Je legt 21 dingen op de juiste plek. Het mogen er ook 10 zijn. Het gaat er meer om dat je een getal bepaalt en je daaraan houdt.

Ook kun je een tijd plannen: bijvoorbeeld; ” ik ga nu een kwartier met die doos aan de gang”. daarna stop je.
En ga je heel iets anders doen.

Stapjevoorstapje.